Terug

Joseph Oubelkas werd onterecht veroordeeld

11/06/2023

‘Achteraf kijk ik terug met dankbaarheid’

 Iedereen heeft iets te vertellen, maar Joseph Oubelkas heeft wel een heel uitzonderlijk verhaal te delen. Op 24-jarige leeftijd moet hij zien te overleven in een smerige en overvolle gevangenis in Marokko, omdat hij onterecht is opgepakt voor drugssmokkel. Pas na 1637 dagen wordt hij vrijgelaten en schrijft hij zijn eerste boek, 400 Brieven van mijn Moeder. 
Joseph is een van de key-note sprekers op het Storytelling Event Dansen met de Draak.

 – Door Sigrid van Iersel

Het thema van het evenement van de Storytelling Academy is ‘Dansen met de draak’. Wat komt er in je op bij dit thema?
“Dansen met een draak klinkt op het eerste gezicht niet positief. Toch hoeft een moeilijke en zware ervaring niet per se negatief te zijn. De periode dat ik gevangen zat, heb ik volledig geaccepteerd. Ik voel geen pijn of wrok meer. Ik had natuurlijk nooit gedacht dat ik jarenlang onschuldig in de gevangenis zou doorbrengen, maar achteraf kijk ik er met dankbaarheid op terug.”

foto José Donatz fotografie

Je zakenreis als IT-ondernemer eindigde in een drama. In het begin dacht je nog dat er sprake was van een misverstand, totdat je hoorde dat er een straf van tien jaar gevangenisstraf tegen je werd geëist. Wat gaf je de kracht om door te gaan?
“De brieven die mijn moeder me schreef, hielden me op de been. Een van haar adviezen was een dagboek bij te houden. Niet wegkwijnen, maar juist nauwkeurig opschrijven wat ik voelde en zag. Je zou kunnen denken dat er niet veel te zien was in die cel. Maar als je zo denkt, kom je nergens. Ik begon alles te noteren, van gedachten als ‘Waarom overkomt mij dit?’ tot beschrijvingen van de mensen met wie ik in de cel zat en zelfs een musje op de binnenplaats. Dat musje was voor mij een spaarzaam mooi moment. In de ochtenduren was er veel stilte, terwijl de rest van de dag erg rumoerig was. Maar dat musje hipte, tjilpte en vloog weg. Net zoals ik misschien op een dag zou doen.”

Wat gebeurt er als je dat musje in gedachten volgt?
“Als je je dat voorstelt, komt het tot leven. Je moet een gewenste verandering heel concreet maken, zodat je het al kunt ervaren en voelen. Onbewust maakte ik verbinding, eerst met mezelf en vervolgens met mijn omgeving. Als je vast blijft zitten in een slachtofferrol, ben je niet verbonden met jezelf.”

Je hebt ook verbinding gemaakt met de mensen om je heen.
“Ja, ik heb op die manier kleine stappen gezet om een onmenselijke omgeving menselijker te maken. Ik ben op zoek gegaan naar het menselijke gevoel en de verhalen erachter. Dan ontdek je dat je niet alleen bent in je ellende. Er zijn vriendschappen uit voortgekomen, die tot de dag van vandaag voortbestaan. Zo heb ik nog contact met een aantal jongeren. Ze zijn nu in Nederland, maar ook in Duitsland, Frankrijk en Marokko. Zij hebben hun leven weer op weten te pakken. Daar ben ik ongelooflijk trots op.”

Waarom vervult je dat van trots?
“Onderschat niet de periode nadat je uit de gevangenis komt. Mensen zijn keihard in hun oordeel over ex-gevangenen. Als je je daarin staande wil houden, moet je echt sterk in je schoenen staan. Als je terugkomt in een giftige omgeving, dan moet je zelf een betere omgeving creëren. Anders blijf je vastzitten in slachtofferschap. Het begint allemaal bij jezelf.”

Als de held aan het einde van de reis terugkeert in de oude wereld, dan is hij veranderd, zo leert het universele verhaal over de Hero’s Journey ons. Hoe was dat bij jou?
“Mensen mogen hun waarheid verkondingen en er zelfs niet van afwijken. Maar het gevaar is dan dat er geen ruimte meer is voor de verbinding. Daar heb ik een speciale gevoeligheid voor gekregen. Ik ga op zoek naar raakvlakken, want ik ben me er heel erg van bewust dat we allemaal verschillende achtergronden en gedachtegangen hebben.
Kijken naar overeenkomsten, dat is volgens mij ook het antwoord op de polarisatie waar we nu zoveel mee te maken hebben. Als je je laat leiden door omstandigheden of andere excuses, dan kom je niet verder. Wees nieuwsgierig naar wat er wel kan.”

Waar leef jij nu voor?
“Dat is niet zo moeilijk, want ik ben drie jaar geleden vader geworden. Als ik mijn manneke naar de opvang breng, dan geniet ik enorm van onze gesprekken. We wisselen bijvoorbeeld onze rollen om. Dan ben ik even mijn zoontje en speelt hij mama. Dat is een van mijn hoogtepunten van de dag.”

Heb jij jezelf opnieuw uitgevonden door je gevangenschap?
“Aan de ene kant ben ik veranderd en aan de andere kant ook niet. Ik heb een foto van mezelf op mijn 24e verjaardag. Als ze toen tegen me hadden gezegd: over drie maanden zit jij in een stinkende gevangenis in Marokko, dan had ik hoogstwaarschijnlijk gezegd dat ik het nooit zou overleven.
Toen ik in die situatie zat, stond ik soms toch versteld van mezelf. Ik raakte bevriend met gevangenen en bewaarders. Ik kon nog steeds makkelijk contacten leggen. Net zoals in mijn kleutertijd, toen ik in de zandbak op een enthousiaste manier de orders gaf over het bouwen van een zandkasteel.”

Die kracht kon jij dus aanboren.
“Dat zeg je goed: aanboren. Want die kracht heeft iedereen. Maar je moet het wel 100 procent in jezelf zoeken. Natuurlijk heb je ook de hulp van anderen nodig. Ik had mijn moeder. Maar ook mijn moeder zei: neem je verantwoordelijkheid, je moet het zélf doen. Ik had kunnen denken: ‘van een afstand heb je lekker makkelijk praten’ en haar woorden naast me neer kunnen leggen. Neem dus ook de woorden van een ander aan. Je kunt een paard naar de waterbron brengen, maar het paard moet zelf drinken.”

Uiteindelijk gaat jouw verhaal erover dat je altijd lichtpuntjes kunt zien. Het gaat over hoop.
“Ja, en daarbij kreeg ik een mooie les van gevangenen die de doodstraf hadden gekregen. Je zou verwachten dat iedereen daar verslagen zou zijn, want er was toch geen perspectief. Toch waren er opvallend veel gevangenen aan het sporten of levendige gesprekken aan het voeren. Ik raakte in gesprek met een kerel die opengeslagen studieboeken voor zich had liggen. Hij zag me kijken en zei: ‘Ik weet al wat je denkt: waarom studeert hij in godsnaam?’. Ik voelde me betrapt. Hij zei: ‘Wie zegt dat ik nooit thuiskom? Wie weet gebeurt er een wonder en krijg ik gratie.’
Voor mij was dat een eyeopener. Wie ben ik om dat lichtpuntje weg te nemen? Ik ben binnen de muren Marokkaans-Arabisch gaan studeren, gaan sporten en gaan werken.
In tegenstelling tot deze terdoodveroordeelde had ik het vooruitzicht dat ik na 10 jaar naar huis kon. Dat gaf me zoveel kracht dat ik vastbesloten was om mijn leven thuis weer op te bouwen. Ik had geen vooropgezet plan, maar dat maakte niet uit. Het leven laat vanzelf wel zien wat er mogelijk is.”

Terug