Terug

Het ‘Magnus Opus’ in de Heldenreis

21/10/2025

Van chaos naar goud

“De Steen is geen steen, maar een transformatie van het zelf. Degene die hem vindt, is veranderd en ziet dat alles al van goud was.”

– vrij naar C.G. Jung.

Schimmel als begin van transformatie




Wat hebben de Heldenreis en Alchemistische principes met elkaar te maken? Hoe kunnen we de principes van verhaalopbouw verbinden met dat wat die oude Alchemisten voor ogen hadden: van lood ‘goud’ maken?

Daarover dacht ik na toen ik laatst een beschimmeld potje pesto vond in de koelkast. Ik was van plan een  ‘pastaatje pesto’ te maken, maar toen ik de deksel open schroefde, deinsde ik terug. Een witte schimmellaag overdekte de pesto. In de witte schimmel bespeurde ik ook nog andere kleuren. Zwart, groen, grijs en ik meende ook iets blauws te zien.
Kort gezegd… de pesto was aan het verrotten en beschimmelen. Een wonderlijk proces, dat, welbeschouwd, ook een zekere schoonheid in zich draagt – hoe smerig ook.

Ik moest denken aan de fase van Nigredo in de alchemie, waarbij het oude verrot: de noodzakelijke fase van ontbinding en duisternis vóórdat de boel gezuiverd kan worden .

Wat nu?

Ik moest iets nieuws verzinnen! De beschimmelde pesto lepelde ik uit het potje in de afvalbak, zette de pan met water voor de pasta toch maar op het vuur en terwijl ik zocht naar nieuwe ingrediënten voor mijn recept.

Nigredo in de Heldenreis

De Heldenreis (of de Monomythe), die we niet alleen kennen als handige structuur voor scenarioschrijvers, maar ook als een innerlijke routekaart voor persoonlijke transformatie, gaat over hoe je de wereld kunt verrijken met het aangeboorde (innerlijke) goud. Daarmee weerspiegelen de fases uit die veel oudere wetenschap: de alchemie. (En trouwens ook de Tarot, maar daarover een volgende keer).

Dat goud kan volgens oude verhalen gevonden worden door diegene die de moed heeft gehad op reis te gaan, zijn demonen heeft ontmoet, zijn maskers heeft afgelegd, en zijn ware verhaal heeft leren vinden en vertellen. Dwars door de duisternis, dus!

Het Grote Werk (Magnus Opus) in de Alchemie

Het proces van goud maken was in die oude Alchemistische wetenschap een langdurige weg van verhitting, verrotting, van scheiding, verbinding en creatie. Zo probeerde de Alchemist tot de kern te komen en zo het goud te smeden.
Elke fase bracht meer inspanning en strijd met zich mee. En net als in een goed verhaal werd het proces moeilijker en spannender naarmate men dichter bij de bestemming kwam.

Het basismateriaal (de stof, het lood) werd in elke fase naar een steeds hoger niveau van zuiverheid gebracht. En daarbij transformeerde het werk zelf diegene die het uitvoerde.

Het Goud als innerlijke staat

In het proces van goud smeden was de Steen der Wijzen (Lapis Philosophorum) – het ultieme doel van de alchemist – een mythisch object waarvan men geloofde dat hij lood in goud kon veranderen, ziekten kon genezen en zelfs onsterfelijkheid schonk. Dit goud was geen gewoon metaal, maar symboliseerde een innerlijke staat, het voltooide zelf, waarin alle tegenstellingen – lichaam en geest, licht en donker, mannelijk en vrouwelijk – verenigd zijn. Het werk aan de Steen ging dus eigenlijk over de transformatie van de ziel zelf.

We kennen de Steen ook uit  de wereld van Harry Potter . In het eerste boek vormt de zoektocht naar deze steen de centrale plot. De steen, verborgen en begeerd, kan het leven verlengen en goud voortbrengen. Maar het is niet de kracht van de steen zelf, maar de morele keuze van wie ermee omgaat. Alleen wie de steen niet puur voor zichzelf wil inzetten, kan hem vinden. Daarmee raakt het verhaal de essentie  van de alchemistische symboliek: de ware kracht ligt niet in het object, maar in de transformatie van de hoofdpersoon.

Fases in het proces

De fases kennen vele benamingen en vaak worden er nog meer genoemd dan deze vier, maar de indeling in vier fases is vrij bekend: NigredoAlbedoCitrinitas, en Rubedo.

Kjk even naar de overeenkomst met de Monomythe. Een goed verhaal – en ieder mensenleven – gaat au fond ook over het aanboren van het goud. Soms lukt dat, soms ook niet, maar het proces, de queeste houdt ons in de greep.
Iedereen weet dat het leven nooit zonder slag of stoot verloopt en dat je soms door de donkerste grot in moet, voordat je de schat kunt opdelven. Dat gedoe komt in duizend en één verhalen van de mensheid naar voren.

Het oude achter je laten en zo het nieuwe aan te boren, loslaten wat je niet meer dient. Zoals een rups zich overgeeft aan het proces van verpoppen om de vlinder te bevrijden, moet de held of de heldin dat doen om het innerlijk goud aan te boren.

De fasen in het proces zijn de noodzakelijke ritmische pulsen (beats), ze vormen een rituele dans tussen ego en ziel, om het innerlijk goud aan te boren en af te rekenen met alles wat de innerlijke groei en de voortgang belemmert.

Daarom draagt de crisis, vaak ergens driekwart in het verhaal, het alchemistisch zaad in zich. Daar, in de buik van de walvis, waar alles afbrokkelt en niets nog zeker is, is het donker, maar wordt tegelijk de kiem gelegd voor de vernieuwing.

Laten we de fases eens vergelijken.

Fase 1. Nigredo: Zwart worden: verlies, chaos en de weg naar binnen

Nigredo is de zwarte fase in de alchemie, is de fase waarin het oude sterft. Het betekent letterlijk de fase van ontbinding, van chaos. In verhalen is dat het moment waarop de held alles lijkt te verliezen – richting, kracht, identiteit – en uit een ander vaatje moet leren tappen. Als dat lukt, vindt hij het goud, als dat niet lukt, loopt het verhaal mogelijk tragisch af. De fase van Nigredo is de crisis in de heldenreis. Het oude verhaal is voorbij en het nieuwe is nog onbekend.

Denk aan Orpheus die zijn Eurydice verliest. In de diepe duisternis van de onderwereld krijgt hij de kans zich opnieuw te herenigen met zijn geliefde, die overleden is. Hij mag haar mee terug naar de levende wereld nemen. Maar er is één restrictie: hij mag niet omkijken als zij hem volgt. Als hij dat wel doet, verliest hij haar definitief. Zijn vertrouwen is helaas niet sterk genoeg, hij draait zich – ondanks de waarschuwing – om en weg is ze. Zijn ego is nog te sterk, zijn vertrouwen te mager. Het goud wordt net niet aangeboord…

Of denk aan Dante’s hel: “Halverwege de reis van mijn leven, bevond ik mij in een donker bos en de rechte weg was geheel verloren.” Dante vindt uiteindelijk wel het licht (in de gedaante van Beatrice) terug.

In veel verhalen zien we dat het de protagonist wél lukt om het goud (de geliefde, de schat, de graal) te vinden. Door net op tijd tot inzicht te komen, het ego opzij te schuiven, het masker in het vuur te gooien en de bekende wereld achter zich te laten, kan de werkelijke transformatie plaatsvinden.

Fase 2. Albedo: wassen, zuiveren, inzicht en loslaten

Albedo is de fase van de zuivering. Na de donkere nacht volgt het wassen. Albedo is de fase van scheiding en zuivering. De Alchemist maakt een onderscheid tussen wat hem nog dient en wat niet en spoelt de resten van het oude weg.
In de Heldenreis is dit het moment waarop de held – na een periode van niet weten – een nieuw helder inzicht opdoet of zich zijn opgave herinnert. De ziel begint zich te roeren onder het puin. Er komt weer een impuls, een richting. Soms betekent dat een knoop doorhakken, of een verbinding bewust verbreken, omdat het niet meer past.

Fase 3. Citrinitas: licht worden, het ontwaken van de ziel

Citrinitas gaat over het echte ontwaken van de ziel. Citrinitas is de minst bekende, maar subtiele fase: het geel worden, het eerste licht. Na de zuivering ontstaat er helderheid en meer licht. Vergelijk het met het zachte licht van de dageraad. De zon komt weer op.
In verhalen zien we hier de hernieuwde energie en focus. Het is de terugkeer naar het licht. De held voelt: er is iets nieuws aan het groeien in mij. Geen terugkeer naar het oude, maar een nieuwe ordening van binnenuit. De innerlijke zon komt op. Je voelt richting, al weet je nog niet precies waarheen.

Fase 4. Rubedo: Rood schitteren, terugkeer met het elixer

Rubedo tenslotte gaat over de terugkeer met het goud. Rubedo is de voltooiing, het rood worden, het goud vinden. De steen der wijzen verschijnt, niet als object, maar als zijnstoestand, als ultiem elixer.
En ja, in verhalen komt hier alles samen. De held keert terug naar de wereld, niet om te heersen, maar om de oogst en de rijkdom te delen met de wereld. Wat geboren is in het donker, heeft nu een vorm gekregen.

De dood van het ego heeft plaatsgemaakt voor een nieuw ik, dat nauw(er) verbonden is met de ziel. In verhalen is dit het moment waarop de held het elixer meebrengt, de wereld verandert – of zichzelf daarin. Tegenstellingen zijn nu overbrugd. De oogst is binnen.

Reflectie: De storyteller als alchemist

Ons werk als storytellers en het werk van de alchemisten lijken op elkaar. Beide processen vragen om moed, om overgave, om durven loslaten van wie je dacht te zijn. De crisis – het nigredo – is geen mislukking, maar een noodzakelijke fase in de transformatie. Wie het goud zoekt, moet bereid zijn om in het duister te tasten, weg te spoelen wat hem niet langer dient, te wachten, en dan, zonder precies te weten hoe… te stralen.

Tot slot: een ander recept

En het pastarecept? In plaats van de pesto heb ik een venkelknol fijngesneden, en zachtjes met ansjovis laten stoven. Ik heb de pasta afgegoten, de venkel erdoor gemengd en de schotel met Parmezaanse kaas bestrooid.

Het oude plan is vervangen door iets nieuws. En het smaakte goed.

Collectief werken wij samen als mensheid aan het Magnus Opus van de wereld… De vraag is: in welke fase bevinden we ons momenteel? Er is veel Nigredo, maar als je de alchemistische principes mag geloven, werken we ons hier gestaag doorheen en zal er spoedig een tijd aanbreken, waarop het weer wat lichter wordt, we kunnen afrekenen met wat ons niet langer dient en de ziel zich weer gaat roeren.

Het goud wil niets liever dan aangeboord worden.

© Mieke Bouma

Terug