Terug

Ethos, Logos en Pathos in tijden van corona

02/08/2020

Over de kunst van het overtuigen

– door Mieke Bouma

Robbert Dijkgraaf schreef onlangs in een column in NRC dat de coronacrisis een grote Rorschachtest is. Je weet wel zo’n multi-interpretabele inktvlek waarin je van alles kunt zien al naar gelang je mindset. Het virus is overal hetzelfde, maar iedereen reageert er anders op, ziet er iets anders in, ervaart het anders, wil iets anders geloven…

Vooral nu er nog zoveel onzeker is, snakken mensen naar antwoorden. Op de sociale media buitelen de theorieën over elkaar heen, die weer gretig gedeeld worden. Iedereen vindt wel iets, ziet ergens een verband, denkt een verklaring te hebben en gaat op de stoel van de deskundige zitten. Resultaat: chaos.
En dat terwijl Imme Dros ooit schreef: ‘Toen de mensen elkaar verhalen begonnen te vertellen, kwam er een einde aan de chaos’. Nou, in deze tijd dus niet. We weten niet meer wat we moeten geloven. Terwijl we zo verlangen naar een helder perspectief, een narratief dat uitzicht biedt, dat verbindt.

Er bestaan altijd verschillende verhalen en perspectieven naast elkaar, maar laten we niet zomaar iets voor waar aannemen. Want wellicht overstijgt het ware verhaal dat ons wacht – straks na de crisis – wel alle verhalen die nu de ronde doen. Misschien komt er een tijd dat we niet langer vast hoeven te houden aan een of ander verhaal, maar inzien dat de werkelijkheid altijd schuil gaat áchter de verhalen. In deze tijd worden er veel verhalen verteld die de waarheid in pacht pretenderen te hebben. En nog erger… verhalen die angst inboezemen, die onzekerheid versterken en verwarring zaaien.

Retorica
In de lessen van de Storytelling Academy besteden we vaak aandacht aan de retorica, zoals Aristoteles dat ooit beschreef: de kunst van het overtuigen. Het luistert nauw. Je moet geloofwaardig zijn, een heldere en spannende verhaalopbouw hebben, stijlfiguren hanteren, ergens naar toewerken, duidelijk maken welke belang je hebt en met welk doel je je verhaal deelt.
Aristoteles noemt in dat verband drie principes: Ethos, Logos en Pathos.

  • ETHOS  is de deskundigheid en autoriteit van de afzender. Is de schrijver/spreker gekwalificeerd en deskundig?Is hij/zij geloofwaardig? Wat is het belang om dit verhaal te vertellen. Met welk doel wordt het gedeeld?
  • PATHOS draait om het bespelen van de emoties van het publiek. Wat leeft er, wat speelt er? Hoe wordt het verhaal gepresenteerd? Is het goed opgebouwd? Welke stijlfiguren worden toegepast? Welke narratieve wetten worden gehanteerd? Wordt er naar een climax gewerkt? Gebruikt men metaforen? Worden er persoonlijke verhalen ingezet? Spelen met emoties is een precair terrein. Je kunt het publiek aanzetten tot vertrouwen, eenheid, maar ook tot verdeeldheid en angst.
  • LOGOS gaat over een logische opbouw, over helder redeneren. Logos speelt een grote rol als je iets wil bewijzen. Aristoteles maakt in zijn werk onderscheid tussen twee soorten argumentatie. Enerzijds inductieve (redeneren van een individueel voorbeeld naar een algemene these) en anderzijds deductieve argumentatie (redeneren vanuit een algemene these.)

Framing
En dan is er nog de kwestie Framing. Framing is een verhaal (met woorden en beelden) zó vertellen, dat bepaalde aspecten van de werkelijkheid meer naar voren komen dan andere. Hiermee wordt de interpretatie gestuurd. Door bewust een frame te kiezen dat aansluit bij de belevingswereld van het publiek (angst onzekerheid, woede), wordt het frame een bril waardoor het publiek bepaalde zaken niet meer ziet. Via framing kan een perspectief enorm aan overtuigingskracht winnen. Framing is een uitstekend middel om te misleiden. Krachtig maar gevaarlijk.

Pleidooi
Laten we in deze verwarrende tijden de kunst van de retorica  weer eens van stal halen en de berichten die we op de sociale media langs zien komen, niet blind gaan delen voordat we het bericht grondig hebben onderzocht… Want meningen worden overtuigingen en overtuigingen creëren de werkelijkheid. 

  1. Onderzoek de deskundigheid, de autoriteit van de afzender. En de bronnen waar hij zich op baseert.
  2. Onderzoek het doel van het bericht en het belang waarmee het gedeeld wordt. Waar roept het toe op?
  3. Onderzoek of er logische redenering plaatsvindt (of zijn het losse flodders?)
  4. Onderzoek het frame, dat bewust of onbewust wordt gepresenteerd. Welke delen van de werkelijkheid zien we nu over het hoofd? Vanuit welke aanname wordt geredeneerd?
  5. Realiseer je dat het ware verhaal niet bestaat.

Laten we ons goed realiseren dat we – juist nu – medeverantwoordelijk zijn voor de vernieuwing hier op aarde door de overtuigingen die we hebben. Het is van groot belang heldere intenties te hebben en de bulk aan informatie en meningen kritisch te volgen. Geen enkel verhaal is waar.

O, is dat zo?
Tot slot een kleine zenparabel die dit illustreert:

De Japanse zenleraar Hakuin werd vast beschuldigd van het verwekken van een kind bij een meisje uit het dorp.
De ouders bonsden woedend op de tempeldeur en scholden de oude, zogenaamd celibataire monnik uit vanwege zijn schandalige seksuele gedrag.
‘O, is dat zo?’ was het antwoord van Hakuin.
Maanden laten gaf het meisje haar leugen toe.
De ouders schaamden zich en kwamen opnieuw naar de tempel. Ze bogen voor de Hakuin en verontschuldigden zich.
Opnieuw zei Hakuin: ‘O, is dat zo?’

P.s. Wil je je bekwamen in de retorica? Volg dan de online cursus Speech-les.

 

Terug