Een verhaal als Tipping Point
25/06/2025
Kleine bewegingen, grote verschuivingen
In 1852 wandelde een vrouw in de Verenigde Staten over een stoffige dorpsweg, met onder haar arm een boek. Het was een roman, niet eens een pamflet. Uncle Tom’s Cabin, geschreven door Harriet Beecher Stowe werd het verhaal dat een natie deed schudden. Geen beleidsnota, geen betoog, maar een verhaal. Zo krachtig, dat het miljoenen mensen liet voelen wat slavernij werkelijk betekende. President Lincoln zou haar later begroeten met de woorden:
“So you’re the little woman who wrote the book that started this great war.”
Het verhaal als tipping point
Ook nu leven we in een kanteltijd. Overal ontstaan barstjes in het dominante verhaal van altijd-meer, altijd-sneller, altijd-groei, altijd-ik. De zekerheden van het oude economische systeem wankelen. En terwijl de klimaatklok tikt, oorlogen woeden en mensen zich massaal afvragen waar dit nog over gaat, voltrekt zich onder de oppervlakte iets hoopgevends. Volgens denker Kees Klomp (activist en uneconomist) zijn we al begonnen aan een stille revolutie: de betekeniseconomie.
Dat nieuwe verhaal is al bezig zich te ontvouwen. Het is voelbaar in tal van burgerinitiatieven, in de opkomst van coöperaties, in de energie van jonge ondernemers die purposegedreven willen werken, in communities die samen delen, bouwen, herstellen, zorgen, vieren.
Het tipping point als omslagpunt
Het idee tipping point (zoals beschreven door o.a. Malcolm Gladwell) is geen lineair proces, maar vele kleine, onzichtbare bewegingen die uiteindelijk een cruciaal punt bereiken waarop het systeem en het denken kantelt.
Neem bv. de Zwarte Pieten-discussie. Een paar voorlopers brengen een idee naar voren, eerst is er verzet, een aantal anderen haakt aan, en dan ineens lijkt iedereen ‘om’.
Ook al zou je – gezien de huidige toestand in de wereld de moed verliezen, overal zijn organisaties op zoek naar zingeving en empathisch leiderschap. Steeds meer mensen zoeken naar zingeving. De Aarde wordt steeds vaker als levend systeem benaderd in plaats van als een afvalbak.
Het gaat dus om de kritieke massa. Die moet dat nieuwe verhaal omarmen. Een verhaal dat het oude systeem niet alleen bekritiseert, maar verbeeldingskracht biedt, hoop en handelingsperspectief. Het schijnt dat er maar 25% nodig is voor zo’n verschuiving in bewustzijn! Op zich al hoopvol want haalbaar.
Als storyteller heb je niet alleen het meest geschikte gereedschap in handen, maar ook een verantwoordelijkheid. Verhalen vormen geen sausje óver verandering, ze zijn de essentie ervan. Verhalen planten zaadjes, openen nieuwe werelden, wakkeren verlangens aan, stimuleren de collectieve verbeelding. Verhalen vertellen waarom het ertoe doet.
Wat de betekeniseconomie drijft, is geen algoritme, maar een menselijke impuls: compassie. Een verlangen om zinvol te leven, bij te dragen, ertoe te doen. Geen economie van schaarste, maar van betekenis. Waar empathie, zorg en wederkerigheid geen kostenposten zijn, maar kernwaarden.
De motor achter het tipping point
Dat vraagt om nieuwe verhalen, nieuwe helden en metaforen.
Wellicht zijn wij, de verhalenmakers, de dromers, de zinzoekers, wel de motor achter het tipping point. Door verhalen die inspireren, die mensen dichter bij zichzelf brengen, aan het nadenken zetten en in beweging brengen.
Zoals Uncle Tom’s Cabin ooit harten opende en een omslag in denken teweegbracht, kunnen onze verhalen nu iets vergelijkbaars doen. Niet door te overtuigen, maar door te raken. Niet door te schreeuwen, maar door waarachtigheid.
Als storytellers kunnen wij het nieuwe verhaal helpen landen. Door kleine voorbeelden over wat wel goed gaat. Niet abstract, maar in herkenbare scènes en ervaringen.
Laat dat dan ons heilige werk zijn.
(c) Mieke Bouma
Terug