De Tovernap
05/11/2024
Er was eens een hele rijke, machtige koning die altijd bezig was zijn rijk te vergroten en zijn schatten te vermeerderen. Behalve de rijkste man, wilde hij ook graag wat wijsheid vergaren en vroeg daarom aan een beroemde derwisj of hij hem kon onderrichten.
De derwisj kwam en boog voor de koning. Hij hield een kommetje vast en vroeg of de koning eerst de kom kon vullen met wat goudstukken.
De koning lachte. ‘Vullen? Ha, ha… Natuurlijk beste man, zo’n klein kommetje! Dat doe ik zo voor je.’
En hij deed een graai in een grote zak met goudstukken.
Wat de koning niet wist, was dat de kom een tovernap was. Heel veel goudstukken verdwenen in de kom, maar de kom bleef halfleeg.
De koning begreep er niets van en raakte gefrustreerd, naarmate er meer en meer goudstukken in verdwenen.
‘Je maakt me arm!’ Dat is geen gewone kom, maar een tovernap en jij bent een gemene en doortrapte tovenaar, want die nap die raakt nooit vol. Ik heb je door!’
‘Beste koning’, zei de derwisj, al zouden alle schatten en goudstukken van de hele wereld erin verdwijnen, hij zal altijd halfleeg blijven!’
‘Hoe dan?’, brieste de koning.
‘Weet u wat deze nap symboliseert?’
De koning haalde zijn schouders op.
‘De hebzucht van mensen, de eeuwige behoefte aan meer… het is nooit genoeg.’
Daarop stond de Derwisj op, verliet het paleis. Hij liet de nap achter, de koning in verbazing achterlatend.
***
Gevonden en opgetekend door Mieke Bouma. Illustratie: Eva Poppink Verhaaltje gevonden in: Jean Claude Carriere, de Stilte van de Nachtegaal
Terug